zaterdag 9 oktober 2010

Waar komt het vandaan?

Dat is de vraag die onder de appelboom enkele weken geleden op haar blog stelde.

Ondertussen werd deze vraag al beantwoord door; boerenerf, Bart van de eigenwijze tuin en huize Willaerts.

En het gaat hier natuurlijk over de vraag waar komt de passie voor het tuinieren vandaan.
Ik heb er een tijdje mee rondgelopen, met die vraag. Natuurlijk zat het (moes)tuinieren ook bij ons in de familie.
We hadden een vrij grote tuin waar het echt leuk spelen was; met bessen-struiken en rabarber die we verorberden met suiker in een koffiefilter. Er stonden ook 2 fruitbomen waartussen we de hangmat hingen.
We hadden ook kippen en daar zorgde ik veel voor; het kippenhok proper maken, de eitjes uithalen, de ren opkuisen.
Een moestuin hadden we ook; groot begonnen maar elk jaar werd hij een beetje kleiner. Ik herinner me dat er veel aardappelen stonden en dat we met z'n allen erwtjes peulden.

Ook bij de grootouders werd er gemoestuinierd.
En bij vrouwlief al net hetzelfde. De bloemen-pluktuin heb ik jullie hier al eens laten zien.

In die tijd was ik daar echter helemaal niet mee bezig. Ik vond het wel tof maar daar bleef het dan ook bij.
Alles veranderde echter toen we verhuisden naar onze huidige woonst met veel, toch meer dan genoeg, grond en ruimte. Naast ons huis ligt een veld van meer dan een halve hectare van de grootouders. Dat veld werd door een plaatselijke boer bewerkt en hij teelde er maïs op. De eerste zomer dat we daar woonden kwam hij enkele keren met zijn grote sproeimachines langs. Mijn madam was toen ook zwanger en mijn besluit stond al meteen vast; het zou de laatste zomer zijn dat er naast onze deur gesproeid werd. Na wat praten met de grootvader mocht ik er aan beginnen. Een groot deel van het veld werd schapenweide, een deel siertuin, nog een deel kippen en-speelveld, een deel moestuin en bloemenakker en dan was er nog plaats voor wat bessenstruiken en aardbeien. Plannen voor de toekomst zijn er nog voldoende; een vijver, een bloemenweide, een boomgaard, ... .

Dit alles doen we in de eerste plaats voor onszelf. Wie wil er nu niet een aantrekkelijke tuin waar je je kan ontspannen, tafelen, spelen, groenten telen, bessen plukken, de was ophangen, ... .
En natuurlijk gifvrij! Bestrijdingsmiddelen zijn niet alleen schadelijk voor de natuur en voor het milieu maar ook voor onze eigen gezondheid.

Op de tweede plaats is er het besef dat door het creëren van ons eigen eco paradijsje we kunnen bijdragen aan het behoud van bedreigde dier- en plantensoorten.
En dat doe je natuurlijk niet door het aanplanten van dubbelbloemige variëteiten; want die worden enkel gekweekt voor het oog van de mensen.
Nee wie leven in zijn tuin wil plant dus enkelvoudige bloemen; want die zorgen voor stuifmeel en nectar. De insecten die zo worden aangetrokken trekken op hun beurt
dan weer andere dieren aan.
Voor de hongerige vogels plant je dan weer best struiken met bessen aan zoals vlier, lijsterbes, krentenstruik en wilde rozen met bottels. Stekelige struiken zoals meidoorn bieden dan weer een prima plekje voor vogelnestjes.
Je kan zoveel doen voor meer natuur; van waardeplanten planten voor vlinders tot nestkastjes bouwen voor solitaire bijen. Van snoeihout maak je een takkenwal dat een geweldig schuilparadijs is voor tal van dieren. Met water in de tuin, zelfs een kleine drinkschaal breng je heel wat extra leven in de tuin. Stapelmuurtjes van afgedankte stenen vormen een veilig onderkomen voor tal van dieren , zeker in de winter, ... .



Op de derde plaats ontspant het me ook nog eens geweldig; met de handen bezig zijn, het buiten zijn. Het vormt een ideaal tegengewicht voor een stressvolle dag.

User-agent: *

1 opmerking:

  1. Hm, mooi verhaal; ik begin ook beter te snappen hoe jullie tuin in elkaar zit nu. En ja, bij mij was het ook even 'weg' , dat bezig zijn met de natuur. Maar blijkbaar komt het toch altijd terug...

    BeantwoordenVerwijderen