Zoonlief bewees echter weer dat hij de beste schattenzoeker is; ongelooflijk hoe hij er steevast in slaagt de mooiste slakkenhuisjes, stenen of mooi gevormde takken te vinden. Deze keer vond hij onderstaande tand; ik vermoed van een everzwijn, maar dat is eerder een wilde gok.
Buiten de talrijke roof- en andere vogels, bijen, hommels en citroenvlinders zagen we ook nog enkele aangereden, dode exemplaren; een vos en twee dassen. Vorig jaar zagen we ook al eens een aangereden das, dat was het eerste exemplaar dat we in die 10 jaar zagen, dus ik vermoed dat het beter gaat met de das euh uitgezonderd deze exemplaren dan.
Op de terugweg stopte ik bij een tuincentrum waar hier ook over wordt gesproken, ik ging er horen of ze er het peperboompje hebben, maar dat viel weer tegen, misschien moet ik toch maar eens een uitstapje naar Gent overwegen. Ik nam dan maar een Cornus Mas mee, plaats voor meer hadden we in de auto niet en zelfs deze moest vooraan bij vrouwlief staan. Ze was daar niet echt helemaal mee opgezet want ze was nog druk bezig met onderstaande cadeautje dat afgewerkt moest worden.
Ik verschiet er toch elke keer van hoeveel werk zo'n trip met zich meebrengt; al dat in- en uitpakken, om van de was nog maar te zwijgen. Gelukkig scheen het zonnetje gisteren goed zodat de was buiten goed droogde. En buiten was het dan ook nog eens genieten van al die bloeiende bloembollen, het lijkt hier wel een krokussen-paradijs, overal waar je kijkt staan ze te blinken in de zon en dat brengt al meteen het nodige gezoem met zich mee.